Gevloerd

Woensdag 18 December

Gevloerd

Bij de eerste nachtvorst staat hij op het trappetje van de melkput, een emmer warm water. Heel handig om tijdens het melken je handen in op te warmen.

Het is een verraderlijk ding dat je, als je even niet oplet, zomaar pootje haakt. Dus ik houd de smiecht nauwlettend in de gaten, en loop er met een boog omheen.

Voor de andere reden om het gele gevaarte te mijden, neem ik je mee naar een paar jaar geleden. Ik was nog in de leer als boerin en kende nog niet alle kneepjes van het vak.

Het is een heldere ochtend en het heeft flink gevroren. De waterslang voelt stijf van de kou en ik hak een wak in de waterbak van het jongvee. Zelfs met verschillende handschoenen over elkaar, trekt de kou tot op het bot.

 

Verkleumd stap ik de warme melkstal in en loop in een streep naar het dampende emmertje. Ik steek beide handen in het water en voel al het bloed wegtrekken naar mijn handen. Mijn oren beginnen te suizen, mijn ademhaling wordt zwaar en mijn hoofd langzaam licht en draaierig. Wankelend loop ik richting de machinekamer en ineens wordt het zwart voor mijn ogen.

Het volgende moment lig ik languit op het koude beton te staren naar het plafond. Een beetje beduusd krabbel ik op en ga op de prullenbak zitten om bij te komen.

“Wat zit jij hier nou te doen?” vraagt Gerlof. “Ik ben gevloerd door een emmer water”, antwoord ik met mijn hoofd nog tussen mijn knieën.

Nu het lijkt dat we een zachte groene kerst voor de deur hebben, hebben we het emmertje voorlopig niet nodig. Maar wanneer het kwik daalt tot onder het vriespunt, brandt ik mijn vingers er niet meer aan.

Annemiek