Vrienden eet je niet
Het is Goede Vrijdag en we doen inkopen voor het paasontbijt. Paasstol, crackers, broodjes liggen in de boodschappenkar naast paasprullaria zoals een inkleur-tafelkleed, verfmolentje en voldoende eieren voor het verven, verstoppen, zoeken, tikken en opeten. Ik ben helemaal in de paashaasstemming, maar mijn kleine krullenbol van 4 zingt vrolijk uit volle borst; Zie ginds komt de stoomboot.
Zo, jullie zijn er op tijd bij, merkt een vriendelijk vrouw op. Nou, we zijn eigenlijk nooit opgehouden. Sinterklaas leeft het hele jaar, dus ook met Pasen.
Bij het opruimen van de boodschappen vraagt mijn kleine man; Mama, als het paard van Sinterklaas dood gaat, eet hij hem dan ook op?
Het is altijd even schakelen met dit soort vragen en zoeken naar een plausibele leugen waar jezelf ook in gelooft.
Je hebt staldieren zoals onze koeien en huisdieren zoals onze honden. Die geven we een naam en we knuffelen ermee. Zo worden het echte vrienden. Ik denk dat het paard van Sinterklaas ook een echte vriend is. Vrienden eet je niet, vrienden begraaf je.
Voor het plaatje bij het praatje, pakken we het grote prentenboek van de beste man erbij en slaan de bladzijde open waarop zijn huis en tuin zijn afgebeeld. Kijk, Sinterklaas heeft een hele grote tuin, genoeg ruimte om een paard te begraven.
Nu acht jaar later is onze zoon zijn krullen kwijt, de heilige Sint Nicolaas is door de mand gevallen en de tijd van leuk liegen en bedriegen is voorbij. Nu krijgen we andere vragen.